Het is een mooie nazomeravond. Lange Joop loopt over de Grote Brug van noord naar zuid. Hij kijkt oplettend om zich heen. Bij het struikgewas aangekomen haalt hij een langwerpig voorwerp onder z'n jas vandaan en werpt het in de bosjes. Joop heeft zijn deel van het plan uitgevoerd. Vannacht zal Kale Henk de betonschaar (want dat was het voorwerp) hier oppikken en binnen een kwartier zal heel het noordelijk stadsgedeelte zonder stroom zitten. Want hier, onder de Grote Brug, loopt de 380 kV transportleiding van het elektriciteitsnet. Door deze sabotage-actie zal de stedelijke energieleveranvier een goeie douw krijgen. De mensen zullen massaal overstappen op "Stroom door Dik & Dun".
Eén factor had de bende van Dik & Dun over het hoofd gezien: De Stadsjutter. Op zijn wandeling over de Grote Brug bleef zijn spiedend oog hangen op een rood gekleurd voorwerp tussen de bosjes. Wat lag daar nou? Een betonschaar? Dat is nog eens een mooie vondst!
Die nacht kon je Kale Henk horen razen en tieren tussen het struikgewas. "Waar ligt die godvergetense betonschaar nou toch. Hoe kan ik op deze manier in godsnaam goed werk leveren?! Wat een lammelingen. Zo moeilijk is dat toch niet. Gewoon een betonschaar dumpen. Niks kan je aan die watjes overlaten. Stelletje lamlullen, klootzakken, broeidampers! Optiefe kenne ze, allemaal!".
Woedend, teleurgesteld en met lood in z'n schoenen keerde Kale Henk die nacht terug naar de Grote Baas.
Alles wat hij vindt
heeft een eigen verhaal.