De Tochthond “Lig ik hondstrouw tien jaar lang in de vensterbank kou en tocht tegen te houden, word ik zomaar van de één op de andere dag op straat gegooid. Oude ramen eruit, nieuwe ramen erin, tochthond eruit. Ik leef nu al drie dagen op straat, en mensen geloof me, dat is in geen pretje. Ik ben al twee keer geschopt en er is drie keer over me heen, uh… gezeken. Maar goed, ik wil niet klagen. Hatsjoe..., verdorie ik geloof dat ik een koutje gevat heb.” |
Alles wat hij vindt heeft een eigen verhaal. |
|
ACHTERUIT | VOORUIT | |
[Terug naar het Stadsjuttersarchief] | ||