De Kerststal Maria: "Ach Jozef, zie ons hier nou toch zitten. Wat moeten we nu." Jozef: "Ik weet het ook niet, Maria. Ik weet alleen maar wat die engel gezegd heeft." Maria: "Ja, dat ons kindeke de zoon van de Heilige Geest is en dat het ook de redder is van de zonden van de mensen." Jozef: "Wacht eens Maria, ik hoor wat." Maria: "Ik geloof dat er op de deur geklopt wordt." Jozef: "Maria, er staan hier drie Wijzen uit het Oosten." Maria: "Hoe bedoel je?" Jozef: "Ze komen geschenken brengen voor de Koning der Joden. Goud, wierook en mirre." Maria: "Nou, ik snap er niks van. Laat ze maar binnen." De Drie Wijzen overhandigen de geschenken en vervolgen hun weg, Jozef en Maria in verwarring achterlatend. Maria: "Jozef, ik heb het gevoel dat we in een heel vreemd verhaal beland zijn." Jozef: "Daar ben ik ook bang voor, Maria." |
Alles wat hij vindt heeft een eigen verhaal. |
|
ACHTERUIT | VOORUIT | |
[Terug naar het Stadsjuttersarchief] | ||