Het
Paaseiland
In
1960 werd het Paaseiland getroffen door een vloedgolf, veroorzaakt door
een aardbeving in Chili.* Deze vloedgolf drong over een afstand van 600
meter de Hotu Iti vlakte binnen. De kracht van de vloedgolf was zo
groot, dat de 7 tot 9 meter hoge stenen Moai-reuzen die daar stonden
omvergeworpen werden en over enige honderden meters werden meegesleurd.
Daarbij kwam één van deze beelden in zee terecht. Niemand mistte dit
beeld. Niet zo verwonderlijk, want wie mist er nou één beeld op de ruim
800 die er op Rapa Nui (andere naam voor Paaseiland) te vinden zijn.
Het reuzenbeeld dat in zee terecht kwam viel ten prooi aan de enorme
slijpkracht van de oceaan. Kleiner en kleiner werd het beeld, terwijl
het werd meegevoerd door een krachtige golfstroom welke van het
Paaseiland naar Nederland loopt.
Aldaar aangekomen spoelde het beeld
aan op de oevers van de Nieuwe Maas, alwaar de Stadsjutter het aantrof.
Net op tijd, voordat het tot een onopvallende kiezelsteen afgeslepen
zou zijn.
*Paaseiland, Mysterie van een oeroude beschaving,
Francis Mazière, Het Wereldvenster, Baarn, 1967.
|
Alles wat hij vindt
heeft een eigen verhaal.
|