Het Schaakbord

Grootmeester worden. Daar deed hij het voor. Op z’n vierde kreeg hij van oom Wouter een schaakbord met stukken cadeau. Het eerste partijtje met oom Wouter was in remise geëindigd, maar in de tweede partij veegde onze kleine held oom Wouter van het schaakbord. Nu was het wel zo, dat oom Wouter meer een bewonderaar van het spel was dan een sterk schaker, maar toch. Hier was sprake van een groot talent.
Door niet aflatende studie en het spelen van talloze oefenpartijen ontwikkelde ons jonge talent zich tot een geducht tegenstander. Op z’n tiende veroverde hij de titel van kleinmeester. Het speelse gemak waarmee hij de overwinningen op z’n tegenstanders behaalde maakte op iedereen grote indruk. Voor dit wonderkind was een grote toekomst weggelegd.

Hij behaalde een briljante overwinning in een belangrijke partij tegen de onoverwinnelijk geachte Gorkenkov. Op z'n twintigste was hij toe aan de beslissende partij voor het grootmeesterschap. Deze felbegeerde titel moest hij veroveren op Zubaski, grootmeester sinds mensenheugenis. De datum voor de partij werd vastgesteld. De strijd kon gestreden worden. Maar wat gebeurde, lieve Stadsjutterfans?
Precies één week voor de partij ontmoette onze held de vrouw van z’n leven, de prinses van zijn dromen. Hij was smoor, tot over z’n oren, totaal. Helemaal verkocht. In de partij tegen Zubaski dwaalden zijn gedachten voortdurend af van de lopers, het kasteel, de koningin en de pionnen. En voordat hij het wist stond hij schaakmat. Voor altijd.

In de kilte van de stoeprand stond het schaakbord op de Stadsjutter te wachten.
















Alles wat hij vindt
heeft een eigen verhaal.
   
ACHTERUIT VOORUIT  
   
[Terug naar het Stadsjuttersarchief]