Het was meteen duidelijk: Dit was een bijzondere sleutel. De vindplaats was een verlaten cottage in de Highlands van Schotland, even buiten het plaatsje Lairg. Bij het betreden van de cottage voelde de Stadsjutter dat hier iets te ontdekken viel. De cottage werd op dat moment gebruikt door schapen die er beschutting zochten tegen het kille, stormachtige Schotse klimaat.
Op de eerste verdieping (meer verdiepingen had de cottage niet) stond in een klein kamertje een oud kastje met twee deurtjes en daarboven twee laadjes. In het linker laadje lag de sleutel. De geheimzinnigheid en de ouderdom straalden er vanaf. Navraag in de omgeving bracht opheldering. In het huisje had de druïde Torroboll gewoond. Als hoofd-druïde had hij de Druïden-sleutel onder zijn beheer. Deze sleutel gaf toegang tot vele Druïden-geheimen.
Het verhaal vertelt verder dat Torroboll, tijdens de verovering van Schotland door Cromwell, in de boeien geslagen werd. Zijn huisje en zijn spullen lieten de wrede veroveraars ongemoeid. De Engelse soldaten hadden geen interesse in een oude koperen ketel, een houten stok met wat vreemde inkervingen, een paar stoffige boeken en een roestige sleutel.
Het was zijn instinct dat de Stadsjutter naar de Druïden-sleutel leidde. Het doet hem verdriet, dat hij geen Druïde is. De sleutel geeft zijn geheimen alleen aan Druïden prijs.
Alles wat hij vindt
heeft een eigen verhaal.